Social Media is belangrijk. Daar zijn we het allemaal inmiddels wel over eens. Welke strategie je precies hanteert en welk sociale netwerk het meest geschikt is voor jouw activiteiten hangt af van je organisatie(doelen). Maar uiteindelijk willen we allemaal begrijpen wat deze activiteiten ons opleveren. En daar zit nu juist de crux.

Google Analytics & Social Media

Want Google Analytics weet inmiddels goed te onderscheiden welke verkeersbronnen (referrals) vallen onder sociale media en welke niet. Het enige is dat er applicaties bestaan als Tweetdeck en Hootsuite. Met deze apps kun je Twitter en Facebook activiteiten bijhouden, gebruikers volgen, etc. Het probleem bij dit soort apps is alleen dat de originele verkeersbron niet wordt meegegeven als men vanuit deze apps naar je website navigeren. In Google Analytics zie je deze bezoekers dus dan terug als directe bezoekers terwijl zij dat niet zijn. Dit soort bezoekers wordt ook wel darksocial genoemd.
Nu kun je wel redelijk onderscheiden welke bezoeken er komen via deze apps / darksocial als je bijvoorbeeld kijkt naar het landingspagina – rapport van het directe verkeer. Een directe bezoeker typt in principe niet een complete URL uit van een artikel, maar gaat eerder naar de homepage van je website en dan naar het artikel. Dus de kans is groot dat alle directe bezoekers die een artikel als landingspagina hebben vaak vanuit social komen. Maar goed, dan weet je nog niet welk sociale netwerk er uiteindelijk voor heeft gezorgd dat deze bezoeker op je website kwam.

UTM parameter in social buttons

Gelukkig kunnen we hier iets aan doen. Dit is op te lossen door alle links, die worden gedeeld via sociale media, te voorzien van de UTM parameter van Google. Om dit te testen moest ik wel even in de code duiken van de sociale buttons die ik op mijn website heb staan. Want hoe ziet de normale code van de share button eruit en wat moet ik daaraan veranderen / toevoegen? De normale code van bijvoorbeeld de Facebook buttons ziet er zo uit:
Facebookbutton zonder tagging
De UTM parameter moest geplaatst worden achter het stuk van de permalink (dit is de URL van de pagina). Als het artikel dan wordt gedeeld, dan wordt de UTM parameter toegevoegd aan de originele URL. Dit ziet er dan als volgt uit:
Facebookbutton met tagging
Hetzelfde heb ik gedaan voor de share buttons van Twitter, LinkedIn & Google +. Tijdens het plaatsen en testen van de UTM parameters werd wel duidelijk dat dit niet bij iedere share button hetzelfde is. Zo moet je bij Google + & LinkedIn het “&” teken als koppelteken gebruiken tussen de source, medium en campaign, maar moet je bij de Facebook en Twitter button “%26” gebruiken. Als je dit niet doet, dan worden de URL’s ook niet goed getagged en krijgt je fouten in de meting.

Verschillende referrals

Om te kijken of alles wel goed wordt gemeten en welke domeinen Google herkent als social, heb ik ook nog verschillende sources geprobeerd. Voor Twitter heb ik bijvoorbeeld t.co en twitter.com gebruikt en voor Facebook heb ik Facebook.com en facebook.com getest. Mijn vraag was hier eigenlijk: “Moet je consistent zijn in de benaming van de sociale netwerken?”.

Geintereseerd? Laten we praten.

Ik ben in te huren als consultant, interimmer, projectmedewerker op het gebied van conversie-optimalisatie. Van adviserende rol tot aan begeleiding en uitvoering.

Het Social rapport

Uit de test komt naar voren dat Google vrij goed weet te identificeren welke bronnen er van sociale media komen. Hieronder zie je ook dat de bezoekers netjes worden geplaatst onder de verschillende sociale netwerken. Dus in eerste instantie ziet het er goed uit. Verkeer uit “Darksocial” wordt goed geplaatst onder de juiste sociale netwerken ongeacht het gebruik van hoofdletters of de domeinnaam (in het geval van Twitter).
Social Traffic

Verkeersbronnen

In theorie zou het dus niet uit moeten maken of je in je UTM parameter nu de source t.co gebruikt of twitter.com. Maar dat is dus niet zo. Uit het referral rapport wordt duidelijk dat het noodzakelijk is om consistent te zijn bij het plaatsen van de parameters. Je ziet dat twitter.com en t.co als twee verschillende referrals worden gemeten.
Verkeersbronnen verschillen
Zorg er dus voor dat je een keuze maakt tussen t.co en twitter.com, maar gebruik niet allebei. Mijn advies zou in deze zijn om t.co te gebruiken omdat deze ook het meeste voorkomt bij ongetagde URL’s. Houd er dus rekening mee als je de parameters toevoegt aan je URL’s dat je altijd exact dezelfde source gebruikt. Ditzelfde geldt voor het gebruik van hoofd – & kleine letters.

Samenvatting

Uit de test is dus gebleken dat het mogelijk is om ook je darksocial te identificeren door UTM parameters toe te voegen. Verder is gebleken dat je wel rekening moet houden met een aantal belangrijke factoren:

  • Het gebruik van “&” of “%26”
  • Het gebruik van hoofd – & kleine letters
  • Het gebruik van verschillende domeinen & extensies

Het enige wat nu nog overblijft van darksocial zijn de URL’s die worden gedeeld zonder het gebruik van de share buttons. Daar valt helaas nog niks aan te doen.